geboorteregeling
geboorteregeling

Geboorteregeling in de islam

Dit onderwerp heeft altijd verwarring en moeilijkheden veroorzaakt, niet alleen hier in Nederland, maar zelfs in de landen waar de moslims vandaan komen.

Als er moslims zijn (ongeacht hoeveel) die bepaalde regel(s) volgen, dan moet men eerst zeer zorgvuldig uitzoeken of deze regel correct is geïnterpreteerd, alvorens te zeggen: “dat is een islamitische regel”. Wanneer een moslim een fout begaat (bijv. alcohol drinken) betekent dat niet dat de islam dit (het drinken van alcohol) toelaat. In Nederland weet men dat alcohol drinken door de islam verboden is, daarom kijkt men vreemd op naar een alcohol drinkende moslim.

Er zijn ook veel andere regels in de islam die door de moslims dagelijks worden overtreden. Wanneer het overtreden van regels een algemeen feit (of regel) wordt dan nog steeds mag/kan niemand zeggen dat dit islamitische regels zijn.

Dezelfde gedachtegang mag ook door de moslims niet gebruikt worden, d.w.z. dat wanneer moslims bepaalde islamitische regels niet opvolgen of uitvoeren en zelf hun eigen regels maken en volgen en in de loop der jaren hun eigen regels als algemene (islamitische) regels laten gelden, dan kunnen zij nooit zeggen: wij zijn moslims, wij volgen deze regels, dit zijn dus islamitische regels.

Wonend buiten een moslimland is de mogelijkheid de islamitische regels naar je eigen hand te zetten groter. Immers, er is geen sociale controle die je corrigeert. Maar ook wonend in een islamitisch land gebeurt het. Denk hierbij aan het verhinderen dat een vrouw haar erfrecht krijgt uit angst dat het straks buiten de macht van de familie valt).

 Verder is voor alle landen ter wereld de geboorteregeling een algemeen probleem, ongeacht het geloof. Dit probleem wordt echter verergerd door de economische problematiek. Alleen in dit licht moet het probleem gezien worden. De toename van de geboortecijfers is in de eerste plaats een derde wereldprobleem, maar zelfs in Nederland vindt de geboorteregeling verzet bij de Rooms Katholieke Kerk. Met het verschil dat de RK kerk niet zo’n grote invloed (meer) heeft op mensen. (de invloed van de kerk tegenwoordig is niet met de invloed van Al Azhar b.v. te vergelijken, Al Azhar kan het aannemen van wetten door het parlement blokkeren door simpelweg te zeggen (Deze wet is tegenstrijdig met de islamitische principes, dat kan de kerk hier niet doen).

 Voor de komst van de islam, was het de gewoonte dat als een echtpaar een meisje kreeg, dit meisje direct werd vermoord en begraven, soms zelfs levend begraven. Een meisje was een probleem, ze kostte veel geld als ze ging trouwen. Ook trouwden ze soms met mannen van andere stammen, later zouden zij de moeders worden van vijanden van hun eigen stammen. Sommige mensen, die erg arm waren, doodden al hun kinderen, zowel meisjes als jongens. De niet zo erg arme mensen lieten alleen de jongens leven omdat die de ouders zouden helpen, zij konden werken en wat geld verdienen. Anderen lieten de meisjes leven om hun later als prostituee te gebruiken om wat geld te verdienen. Zo zag het absurde leven eruit voordat de islam kwam.

Over dat leven vertelt de Koräan ons (behalve de geschiedenis):

“En wanneer aan een hunner een vrouwelijk kind wordt aangekondigd, wordt zijn gezicht verduisterd, zo bedrukt als hij is. Hij schuwt de mensen wegens de kwade boodschap, die hem gebracht is, zal hij het behouden gedrukt door minachting of zal hij het verstoppen in het stof? Hoe kwaad is het oordeel dat zij vellen?” (16: 58,59).

“Verlies geleden hebben zij, die hun kinderen doodden in dwaasheid, zonder kennis, en die verboden hebben verklaard wat God hun als levensonderhoud heeft geschonken, leugens verzinnend over God, in dwaling zijn zij geraakt en niet waren zij rechtgeleiden.” (6: 140).

Na de komst van de Islam is dat allemaal geregeld in de volgende opdrachten: “En doodt niet uw kinderen uit vrees voor verarming. Wij zijn het die hun levensonderhoud geven en ook U. Hen te doden is een groot vergrijp.” (17: 31).

“Zeg: komt, laat ik voordragen wat God voor Ulieden verboden heeft gesteld: dat gij hem niets tot genoot geeft; en goed gedrag ten aanzien van de ouders; en doodt niet Uw kinderen uit verarming – wij zijn het, die U onderhoud zullen geven en hun: en laat U niet in met zedeloosheden, zowel uiterlijk als innerlijk, en doodt niet de ziel die God onaantastbaar heeft verklaard, tenzij met wezenlijk recht. Dat is het wat hij Ulieden heeft opgedragen. Wellicht zult gij verstandig worden.” (6: 151)

Wat de prostitutie betreft zegt God:

“En dwingt niet Uw dienstmaagden tot hoererij, indien zij ingetogenheid wensen om Uw begeerte naar het aanbod van het nabije leven te bevredigen.” (24: 33) – (zie seksuele contacten).

En over diegenen die de zedeloosheid verrichten omdat zij het zo geleerd hadden van hun ouders zegt God:

“En wanneer zij zedeloosheid bedrijven, zeggen zij: wij hebben bevonden dat onze vaderen zich daaraan hielden en God heeft het ons bevolen. Zeg: God beveelt niet zedeloosheid; zult gij soms over God zeggen wat gij niet weet?” (7:28)

Wat is dan de relatie tussen die lange introductie en ons onderwerp, nl. de geboorteregeling?

De relatie daartussen is het volgende Gods opdracht:

“En doodt niet uw kinderen uit vrees voor verarming”, in het kort: “en doodt niet Uw kinderen”.

Maar wat is een kind? Volgens de Koräan is een kind een levend menselijke wezen en een levend menselijk wezen bestaat niet zonder een kloppend hart en een ziel. Op grond daarvan is er alleen sprake van doden wanneer men een levend kind met kloppend hart doodt. Zolang dat lichaam geen aantoonbare hartslag (lees: hoorbaar) heeft is er geen sprake van doden. Het is dus aan de medische leer overgelaten om te beslissen of men “levend” is of niet. In vroegere tijden was de medische leer niet zo ver gevorderd en men kon moeilijk zeggen wanneer een “foetus” een hart had of niet, daarvoor was de abortus verboden maar niet de “onthouding” (*1). Op een gegeven moment waren de medische studies zo ver gevorderd, dat men had vastgesteld dat het hart van een foetus begint te kloppen in de 17 a 18e week. Anderen zeggen dat de “hartkloppingen van een foetus” moeilijk te identificeren zijn tot ongeveer de 20e week (37, 38, 39). Het Egyptische departement voor “fore

insic medicine” heeft vastgesteld dat de mogelijkheid bestaat dat het hart van een foetus kan kloppen aan het eind van de 13e of 14e week van de zwangerschap. Op grond daarvan heeft Al-Azhar besloten dat geen abortus verricht kan worden na de 12e week van de zwangerschap (25) (zie abortus).

Abortus na de 3e maand kan alleen verricht worden op grond van zeer zwaar overwogen medische indicaties. Binnen de eerste twaalf weken kan abortus worden verricht op medische indicatie, de arts en de specialist kunnen daarover alleen beslissen. Op sociale indicatie kan geen abortus verricht worden.

 

*1. Zie Islam en gezondheidszorg: notitie *1.